dinsdag 30 oktober 2007

Koud.....!


(Voor de couleur locale; terwijl ik dit verslagje in de ijskoude hotelkamer schrijf staat er buiten op de stoep een chinees met een bijl een yak in tweeën te hakken. De stukken vinden gretig aftrek. Straks om 19.00 uur gaat de kachel weer aan en kunnen we ’n beetje opwarmen; het chinese bocht helpt ook een beetje...)

Zondagmorgen op 3500 meter (bij -4 C) op de top van een berg traditionele gebedsvlaggen opgehangen en gelukspapiertjes verstrooid. Nu maar hopen dat het alle ontberingen waard was. We zijn met een bus op stap over de Sangka Grasslands, een hoogvlakte tussen prachtige bergketens en zijn op zoek naar nomaden die hier hun tenten opslaan en hun yaks en schapen laten grazen. Na enig onderhandelen mogen we een nomadentent in en krijgen yakmelkthee en ‘sampa’ (een onduidelijke deegbal van geroosterde gerst, yakmelk en –kaas) aangeboden. We willen niet ondankbaar zijn, maar kunnen nou niet zeggen dat ’t erg lekker was... Gelukkig hebben we een picknick meegenomen en eten die (bij ondertussen + 4C) in een schraal zonnetje op met uitzicht op de besneeuwde bergtopppen. Ondanks de kou toch weer een mooie dag!

De terugreis naar Lanzhou wordt op verschillende plaatsen onderbroken om moslimdorpjes en moskeeën te bezoeken. Tijdens een van de stops worden we een binnenplaatsje binnengewenkt om het slachten van een schaap bij te wonen... De lunch nuttigen we in hetzelfde restaurant als op de heenweg; een moslimrestaurant dat er te goor voor worden uitziet (iedereen spuugt hier van alles op tafel en op de grond en het staat er bol van de rook), maar wel “de beste noodle soup van China” maakt. Daarnaast serveren ze ’n heerlijke “8-schatten-thee”(in je kommetje liggen een ongepelde lychee, dadel, gedroogde abrikoos, wat droogbloemetjes , awel in totaal dus 8 dingen, en daarop wordt dan voortdurend het hete water gegoten).
Na de kou van Xiahe is het in de nachttrein naar Xi’an weer veel te heet, dus er blijft gelukkig wat te mopperen over. (trouwens in Lanzhou ’n fijne fles Johnnie Walker kunnen scoren, dus ‘het bocht ‘ aan iemand anders geschonken...)

In Xi’an aangekomen zie ik vanuit het hotelkamerraam een stel oude baasjes in het park karakters kalligraferen (met grote penselen en water) ; uit op een paar mooie plaatjes ga ik op onderzoek uit. Beneden aangekomen krijg ik ook een penseel in m’n handen gedrukt en als ik dan niet verder kom dan met ’n sierlijke beweging m’n naam op de tegels te schrijven, moet de Chinees uitbundig lachen... Teruglopend langs de kappers, die op de stoep hun klanten knippen ben ik blij dat ik de tondeuze van een groepsgenoot heb kunnen lenen!


Het terracotta leger is zoals te verwachten een indrukwekkend schouwspel; ze hebben een en ander dan ook wel smaakvol in beeld gebracht. Het begint een beetje te lijken op een pretpark nu er een enorm winkelcentrum (“the terracotta army international plaza”!) is bijgebouwd. Voor de toeristen wel fijn veel concurentie; een 25 cm hoog beeldje werd ons binnen in de officiele winkel voor 500 Yuan (= 50 euro) aangeboden, in één van de winkeltjes hebben we het uiteindelijk voor 60 Yuan op de kop kunnen tikken. (binnenkort in ons toilet te aanschouwen...)
Vandaag gaan we op ons gemak door Xi’an struinen (door ’t koele weer gaat het prima met de voeten) langs de verschillende hoogtepunten (drum- en belltower, moskee, pagode’s, de muur om de stad). Voor het eerst zien we hier veel westerlingen (vooral Amerikanen) en is dus ook al geprobeerd om de rugzak te rollen. Vanavond vertrekken we voor een rit van 13 uur met de nachttrein naar het laatste hoogtepunt : Beijing.

Geen opmerkingen: